Betalingsregeling Wilt u een betalingsregeling afspreken? Of wilt u informatie over de regeling die u hebt afgesproken? Log dan in met uw DigiD

Ik ben het niet eens met een strafbeschikking

Hebt u een brief gekregen met een letter O? Dit is een strafbeschikking. Bent u het niet eens met deze strafbeschikking? Dan kunt u hiertegen bezwaar maken. Dit heet: in verzet gaan. Hieronder leest u hoe u dit doet.

Wilt u in verzet gaan? Betaal de geldboete of schadevergoeding dan niet!

Als u betaalt, betekent dit dat u uw straf accepteert en dat u niet in verzet wilt gaan. 

Hoe kunt u in verzet gaan?

U hebt 14 dagen de tijd om in verzet te gaan. Deze 14 dagen gaan in vanaf het moment dat u weet dat u een strafbeschikking hebt gekregen.
In verzet gaan kan op twee manieren:

1. U stuurt een brief per post
U of uw advocaat stuurt een brief aan de officier van justitie.
Het adres staat op de strafbeschikking die u hebt ontvangen.

Wat moet er in uw brief staan?

  • Uw naam, adres en woonplaats.
  • Het CJIB-nummer dat op de strafbeschikking staat. Staat op de strafbeschikking een parketnummer? Zet dit nummer dan ook in uw brief.
  • De datum waarop u de strafbeschikking hebt ontvangen.
  • Waarom u het niet eens bent met de strafbeschikking.
  • Uw handtekening en de datum waarop u de handtekening zet.

Hebt u bewijsstukken? Zoals een artikel 34 WAM verklaring van uw verzekeraar? Stuur deze dan direct mee.

2. U brengt een brief naar de rechtbank
U, uw advocaat of iemand die u schriftelijk hebt gemachtigd gaat naar een (parket)kantoor van het Openbaar Ministerie. 
U kunt daar een formulier invullen of uw brief afgeven. Het is niet mogelijk om direct met iemand te spreken over de reden waarom u het niet eens bent met de boete.
Vergeet niet een ID-bewijs mee te nemen. Hiervan wordt een kopie gemaakt.

Hoe gaat het dan verder?

U krijgt een brief van de officier van justitie over de behandeling van uw verzet. De officier van justitie besluit of hij uw zaak voorlegt aan de rechter. Het is mogelijk dat hij dan aan de rechter vraagt om een andere straf op te leggen dan de straf die op de strafbeschikking staat. De officier van justitie kan de strafbeschikking ook wijzigen.