Persoonsgerichte inning en uitzonderlijke situaties bij verhogingen verkeersboetes Wahv
Het CJIB kan bij de inning van verkeersboetes verschillende instrumenten persoonsgericht inzetten, zoals een maatwerkbetalingsregeling, de noodstopprocedure of het verwijzen naar schuldhulpverlening voor een MSNP- of WSNP-traject.
Als het bestaande instrumentarium geen oplossing biedt en/of niet aan de orde is gegeven de omstandigheden van mensen, kan het CJIB vanaf 1 juni 2025 in aanvulling daarop in uitzonderlijke, specifieke, individuele gevallen de verhogingen bij verkeersboetes kwijtschelden.
Het CJIB kan tot kwijtschelding van de verhogingen bij verkeersboetes Wahv overgaan in de volgende situaties:
- de betrokkene kon, doordat hij aantoonbaar in overmacht verkeerde, niet voorkomen dat zijn boete van rechtswege werd verhoogd. De betrokkene is degene aan wie de verkeersboete Wahv is opgelegd.
- de verhogingen leiden, gelet op de uitzonderlijke omstandigheden waarin de betrokkene verkeert, tot onbillijkheden van overwegende aard, d.w.z. tot onevenredig hardvochtige effecten.
Toelichting
Ad 1: Overmacht
De betrokkene is door overmacht niet verwijtbaar in verzuim geweest bij het niet (volledig) betalen van het initieel opgelegde boetebedrag en de administratiekosten (en/of de eerste verhoging) binnen de betalingstermijn(en) als wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- Het was voor de betrokkene onmogelijk om tijdig te betalen (of een betalingsregeling aan te vragen of na te komen) en zo de verhoging(en) te voorkomen.
- De onmogelijkheid van betaling (of het aanvragen van een betalingsregeling) was niet de eigen schuld van de betrokkene, maar werd veroorzaakt door een onvoorziene, van buiten komende omstandigheid.
- De onmogelijkheid was niet het gevolg van iets dat de betrokkene had moeten en kunnen voorkomen, of waarvan hij de gevolgen had moeten en kunnen verhinderen.
Onder het niet binnen de betalingstermijn(en) betalen van het initieel opgelegde boetebedrag (en/of de eerste verhoging) wordt ook het niet tijdig aanvragen of nakomen van een betalingsregeling verstaan.
Voor een geslaagd beroep op overmacht is vereist dat tijdige betaling (of het tijdig aanvragen of nakomen van een betalingsregeling) voor de betrokkene onmogelijk was.
Daarnaast moet het niet aan de schuld van de betrokkene te wijten zijn, dan wel niet toch voor zijn rekening komen dat er niet tijdig is betaald, waardoor verhogingen konden worden voorkomen.
Steeds wordt bezien wanneer en hoe lang de betrokkene in overmacht verkeerde. Als de betrokkene alleen wat betreft de tijdige betaling van de tweede verhoging aantoonbaar in overmacht verkeerde, wordt ook alleen de tweede verhoging kwijtgescholden.
Ad 2: Onevenredig hardvochtige effecten
Het CJIB oordeelt dat sprake is van onevenredig hardvochtige effecten indien de van rechtswege verschuldigde verhoging of verhogingen leiden tot onredelijke en/of onbillijke en (levens)ontwrichtende gevolgen voor de betrokkene.
Hardvochtigheden zijn sterk contextafhankelijk en kunnen dus niet gevat worden in een eenduidige, objectieve maatstaf.
Bij hardvochtige effecten kan sprake zijn van schrijnende of uitzichtloze problematiek, die maakt dat de verhogingen in het specifieke geval van de betrokkene onevenredig uitpakken.
Algemene uitgangspunten
- Voor beide situaties geldt dat de beoordeling – en dus de kwijtschelding – alleen betrekking heeft op de verhogingen. De initiële verkeersboete en administratiekosten moeten wel worden betaald.
- Betalingsonmacht an sich kan niet leiden tot een geslaagd beroep op overmacht. Problematische schulden kunnen een rol spelen, maar alleen het hebben van schulden (betalingsonmacht) is – gelet op het huidige instrumentarium en de mogelijkheid van schuldregelingen – eveneens niet voldoende om voor kwijtschelden van verhogingen in aanmerking te komen.
- Het CJIB verlangt van de betrokkene dat deze ter onderbouwing van het verzoek informatie verstrekt. Zo nodig kan het CJIB om verduidelijking of aanvulling van de gegevens vragen.
- Afhankelijk van de omstandigheden kan het totaal verschuldigde bedrag aan verhogingen worden kwijtgescholden, dan wel het nog openstaande deel daarvan.
- Overmacht en hardvochtigheden sluiten elkaar niet uit.