Het verkeersboetestelsel kan meer in balans

Leeuwarden, 21 november 2025, 08:00 uur — Het stelsel van de inning van de verkeersboetes (Wahv) is in de basis goed. Maar in de vergelijking met strafrechtelijke boetes, en kijkend naar de veranderde maatschappelijke rol van het CJIB in de aanpak van schulden, kun je vraagtekens zetten bij de hoogte van vooral de (wettelijk vastgestelde) verhogingen. Het strafrechtelijke systeem en de Wahv lijken ten opzichte van elkaar uit balans, en dat geldt ook voor de relatie met de ernst van de overtredingen.

Algemeen directeur van het CJIB Albert Hazelhoff legt de – complexe en gevoelige - kwestie nog maar weer eens uit. Volgende week neemt hij afscheid van het CJIB waarvan hij zowel in de beginperiode, 35 jaar geleden, als de laatste 7,5 jaar directeur was. Aan de Leeuwarder Courant gaf hij een afscheidsinterview waarin hij terugkijkt op de achterliggende periode bij het CJIB (uitgebreid in de zaterdagkrant van 22 november 2025). Het CJIB werd opgericht toen de afhandeling van relatief geringe verkeersovertredingen gecentraliseerd en vereenvoudigd werd. Ze werden uit het strafrecht gehaald, en ondergebracht in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, beter bekend als de Wet Mulder.

Het CJIB maakte vooral de laatste jaren een ontwikkeling door waarin een combinatie gezocht is tussen rechtshandhaving en de continue inzet op een betere en meer persoonlijke dienstverlening. Die ontwikkeling kwam zowel door de grotere aandacht voor de aanpak van schulden, als uit de verbreding van werkzaamheden in de uitvoering van taken die voorheen bij het openbaar ministerie lagen. Het CJIB heeft er namelijk een grote ‘hoofdtaak’ bij in de uitvoering van alle straffen en maatregelen in Nederland, en de informatievoorziening aan slachtoffers en nabestaanden.

Onder leiding van Hazelhoff kaartte het CJIB al eerder in de jaarlijkse rapportages, de zogenoemde Stand van de Uitvoering, bij bestuur en politiek aan dat het stelsel van de verkeersboetes uit de pas loopt met het strafrechtelijke boetestelsel. Het CJIB sloot daarbij aan bij het OM. In de SvU vroeg het CJIB verder ruimte om vaker zelf aanpassingen te kunnen doen wanneer regelgeving onevenredig hardvochtig uitpakte in individuele gevallen. In eerste instantie ging dat vooral om de kwijtschelding van de verhogingen op de verkeersboetes; dit jaar met steun van het ministerie ingevoerd. Inmiddels wordt ook ruimte gevraagd in andere domeinen zoals bijvoorbeeld voor de omzetting van een strafrechtelijke boete in een taakstraf.

In 2026 komen de uitkomsten van een onderzoek naar het verkeersboetestelsel naar buiten. “Ik denk dat er weinig grote wijzigingen komen want in de basis is het systeem goed”, zo zegt Hazelhoff. “Maar ik verwacht wel dat er enkele noodzakelijke aanpassingen gaan komen, dat de ‘scherpe kantjes’ er vanaf gaan. Het is uiteindelijk een politieke keus maar een verlaging van de verhogingen, een betere balans met het strafrechtelijke stelsel en meer ruimte in de persoonsgerichte tenuitvoerlegging liggen wel voor de hand.”

Afbeelding
Albert Hazelhoff wordt gefotografeerd door de Leeuwarder Courant